Ren je ergens naartoe, of ren je ergens vandaan?
Ga je ergens op af, of juist iets uit de weg?
Heb jij jezelf die vraag weleens écht gesteld?
Soms moet je even graven naar het antwoord.
En beide zijn oké.
Wat je kiest, dient je altijd — ook als het later anders blijkt.
Soms nemen we makkelijk afscheid.
Soms verscheurt het ons hart.
Soms voelt nieuw beginnen licht.
Soms lijkt het onmogelijk zwaar.
Soms rennen we in rondjes, gevangen in ons eigen hamsterwiel.
Soms rennen we als een kip zonder kop.
Of als een hond, blind achter een bot aan.
(Wat we denken te willen.)
Soms rennen we alleen, omdat niemand ons begrijpt.
Soms rennen we samen, hand in hand.
Sommige rennen om te ontsnappen.
Anderen om ergens te landen.
En soms… rennen we gewoon om even te verdwijnen.
Even weg van alles.
En ja, dat is oké.
Maar soms…
soms worden we het rennen zat.
Ren je ergens naartoe of vandaan?
En dan komt de vraag:
Waar gá ik eigenlijk naartoe?
En ben ik nog wel degene die aan het stuur staat?
(→ Lees: Wie bestuurt jouw schip?)
Misschien zijn we al onderweg.
Misschien staan we nog steeds stil.
Misschien lijken we te vluchten, terwijl we eigenlijk groeien.
Misschien lijken we te groeien, terwijl we vooral vluchten.
Perspectief is een raar ding.
Wat voor jou als een grote stap voelt, lijkt voor een ander misschien als wegrennen.
En omgekeerd.
En misschien — heel misschien — hebben we allemaal gelijk.
Soms ben je jezelf even kwijt.
Soms vind je jezelf terug.
Soms is verdwalen precies wat er nodig is.
Wat jij kiest, als niemand kijkt…
dat vertelt uiteindelijk het meeste.
(→ Lees: Wat doe jij als niemand kijkt?)